De koning en de arme violist
Pagina 1 van 1
De koning en de arme violist
Er was eens een stinkend rijke koning die vele kastelen en schatten bezat. Hij kon alles krijgen wat zijn koninklijke hartje begeerde en kon doen en laten wat zijn koninklijke wil hem ingaf. Maar bij alle rijkdom van de wereld miste de koning toch één belangrijk ding: een geluksgevoel. Deze koning leek wel wat op de pauw. Dat is een vogel die glimt van trots als hij zijn mooie veren ziet, maar die moet huilen als hij zijn lelijke, kale poten ontdekt. De rijke koning voelde zich een gevangene in zijn eigen kasteel. Op een goede dag besloot hij al zijn bezit achter te laten en zijn koningsmantel te verruilen voor de kleren van een eenvoudige boer. Zo zou niemand hem herkennen. Toen ging hij op zoek naar het geheim van geluk, naar iemand die werkelijk gelukkig was.
De koning en de arme violistDe koning reisde door vele steden en dorpen, klopte her en der aan en vroeg: "Bent u een gelukkig mens?" Maar elke keer opnieuw was het antwoord: "Ach, we zijn vreselijk arm. We hebben in dit land niks anders dan een stinkend rijke koning. Geluk? Dat moet hier nog uitgevonden worden! En als we het geluk ooit vinden, dan zal het bij ons niet oud worden." De koning trok teleurgesteld verder en probeerde het steeds opnieuw: bij boeren en buitenlui, bij burgemeesters en baronnen. Maar niemand voelde zich erg gelukkig. Overal waar hij keek zag de koning slechts sombere gezichten: van verdrietige kinderen tot ploeterende oude mensen.
De koning wilde zijn zoektocht al opgeven, toen hij na vele omzwervingen tenslotte in een klein dorp kwam. Daar zou het nog een laatste keer proberen. Hij liep naar het dorpsplein dat helemaal vol stond met allerlei marktkramen. Kooplui en ambachtslieden schreeuwden met rood aangelopen hoofden om hun koopwaren aan de man te brengen. Maar hoe de koning ook keek, hij zag nergens een enkel opgewekt gezicht. Zijn zoektocht was mislukt. Daarom besloot de koning maar huiswaarts te keren. Hij dacht bij zichzelf: "Geluk is blijkbaar voor niemand in mijn koninkrijk weggelegd. Dus ook niet voor mij!"
De koning was al buiten het dorp gekomen, toen hij ineens een klein, krakkemikkig huisje zag. Hij had er totaal geen aandacht aan gegeven, als er niet uit die hut een prachtige melodie had geklonken. Nieuwsgierig liep de koning naar het raam van het huisje en zag daar een man zitten die op een oude viool speelde. De man zag eruit als een arme sloeber, maar hij leek zowaar plezier te hebben. De koning kon zijn ogen niet geloven. Hij besloot om ook aan deze arme violist zijn vraag voor te leggen: "Bent u een gelukkig mens?" De violist antwoordde: "Ja, want ik heb alle geluk van de wereld!" Verbaasd vroeg de koning: "Leg me dat eens uit, want ik begrijp er niets van! Je hebt in dit huisje helemaal niets dat waarde heeft. Je bent kromgetrokken en versleten, net als je viool. Hoe kunt je dan toch gelukkig zijn?"
"Het is heel eenvoudig," zei de violist. "Elke ochtend voordat ik van huis vertrek, dan bid ik. "Heer der wereld, gezegend is uw naam. Dank U dat wij niet langer slaven in Egypte zijn en dat we vandaag als vrije, gelukkige mensen mogen leven. Wilt U vandaag aan mij en mijn gezin denken?" En als ik op straat mijn viool ga spelen, dan heb ik 's avonds precies genoeg geld verdiend als ik nodig heb. Genoeg om voor die dag eten te kopen voor mijn vrouw en kinderen. Zelfs genoeg voor een kruikje heerlijke wijn. Elke maaltijd is een groot feest. En 's avonds laat dank ik God voor het geluk van die dag. Dit is mijn geheim: je moet elke dag steeds als je beste dag zien. En de avond zal tonen hoe je dag geweest is."
De koning luisterde ongelovig naar dit verhaal en stikte van jaloezie. "Heb ik daar al die tijd naar lopen zoeken?!" Hij wilde gewoon niet geloven dat geluk zó eenvoudig kon zijn.
De koning dacht toen bij zichzelf: "Ik zal deze vrome violist eens op de proef stellen. We zullen eens zien of hij zich dan nog zo gelukkig voelt." De vorst ging terug naar zijn kasteel en bedacht een plan. De volgende morgen vaardigde hij een bevel uit voor het gehele land: Vanaf heden is het verboden om in het openbaar viool te spelen. Overtreders van deze wet komen in de gevangenis. De koning liet dit besluit op elk dorpsplein in het land aanplakken. De violist ging die morgen nietsvermoedend met zijn viool naar het plein. Daar zag hij tot zijn grote verbazing het aanplakbiljet met het verbod. "Wat moet ik nu doen?" vroeg hij zich af. De man besloot te bidden: "Heer der wereld, ik ben een arme violist. En nu mag ik niet langer de kost verdienen met spelen op straat. Maar ik heb nergens anders voor geleerd! Ach, wilt U ook deze dag tot een gelukkige maken? Denk aan mij en mijn gezin!"
Na dit gebed opende hij zijn ogen en zag toen waterdragers over het plein lopen. Hij besloot die dag zich bij hen aan te sluiten en water uit de bron te halen voor de rijke mensen die het niet zelf wilden dragen. En 's avonds na het waterdragen had hij net zoveel geld verdiend als anders. Genoeg om van te eten met zijn gezin en zelfs nog voor een kruikje wijn. En hij dankte de Heer, want zijn geluk kon niet op. Als God op een dag geen regen geeft aan het land, dan zorgt Hij de volgende morgen wel voor wat meer dauw.
De koning stuurde een knecht om te vragen naar de toestand van de arme violist. De knecht hoorde dat de man waterdrager was geworden en net zo vrolijk leefde als altijd. De koning stikte van nijd en bedacht wederom een plan. De volgende ochtend kwam hij met een nieuw bevel: Het is aan alle waterdragers verboden nog langer water te putten. Ieder moet voortaan zelf zijn water dragen. Overtreders van deze wet komen in de gevangenis.
Na zijn ochtendgebed ging de violist opgewekt als altijd naar het dorpsplein. Daar las hij tot zijn schrik het nieuwe bevel van de koning. "Dat is pech! Wat moet ik nu doen?" dacht de violist die nog maar net waterdrager was geworden. Hij besloot te bidden: "Heer der wereld, ik ben een arme sukkel en schlemiel. Maar wilt u ook deze dag tot een gelukkige dag maken, zodat ik mezelf niet als slaaf hoef te verkopen? Denk aan mij en mijn gezin!" Daarna deed de man zijn ogen open en zie: daar zag hij een groep houthakkers over het plein voorbij komen.
Al had hij niet eerder met dat bijltje gehakt, de violist sloot zich die dag bij de houthakkers aan. En na flink veel hout te hebben gekapt in het bos, had hij net zoveel geld verdiend als anders. Precies genoeg om van te eten met zijn gezin. Hij had zelfs nog geld over voor een kruikje wijn. En hij dankte God voor het geluk van die dag. Want weet wel: wie met weinig tevreden is, wordt door God niet vergeten.
De koning was nieuwsgierig geworden naar de lotgevallen van de oude violist. Hij stuurde een soldaat om naar het geluk van de man te vragen. Maar wat bleek: de violist die inmiddels houthakker was geworden voelde zich gelukkiger dan ooit. De koning bedacht daarom nog een plan. De volgende ochtend kwam hij niet met een nieuw verbod, maar beval dat alle houthakkers van zijn rijk in koninklijke dienst moesten treden. Zij mochten niet langer hout hakken, maar moesten als soldaten de landhuizen en kastelen van de koning gaan bewaken. Alle houthakkers werden kort daarna gedwongen om hun bijlen in te leveren. Ze kregen in plaats daarvan een zwaard. Ook de violist die houthakker was geworden kwam in dienst van de koning. Maar de vorst had bovendien bepaald dat alle nieuwe soldaten pas na een week werken hun loon zouden krijgen. Zij moesten in die eerste week zien te overleven met wat er overbleef in de koninklijke keukens. Maar daar bleef natuurlijk zo goed als niets over.
De violist bad opnieuw tot God: "Heer der wereld, wat nu? Vergeet ook op deze boze dag mij en mijn gezin niet!" En toen hij zijn ogen opende, zag hij het gloednieuwe, fonkelende zwaard aan zijn riem hangen. "Als ik dat nu eens verkoop," dacht hij bij zichzelf, "dan heb ik minstens een hele week te eten voor mijn vrouw en kinderen." De violist, die inmiddels soldaat geworden was, sneed eerst een zwaard van hout. Want als houthakker had hij het houtsnijden onder de knie gekregen. Hij stak het houten zwaard in de schede en verkocht zijn echte zwaard. Het geld dat hij kreeg, bleek precies genoeg voor die week. Net als altijd. En de koning hoorde opnieuw van het geluk van de arme violist. Toen bedacht de vorst een allerlaatste test voor hem: "Dat zal hem leren!"
Als soldaat werd de violist naar het kasteel van de koning geroepen. Die dag zou er een executie plaatsvinden van een gevangene van de koning. Het was een oude violist die het verbod van spelen op straat had overtreden. Hij zou worden onthoofd op het marktplein en de soldaat-violist moest zijn beul zijn. Als hij zou weigeren, zou hem hetzelfde lot wachten. De hele stad was uitgelopen voor dit spektakel. Toen de executie begon, bad de soldaat-violist: "Heer der wereld, vergeet mij ook nu niet. Red mij en deze oude violist!" En met zijn hand op het heft van zijn zwaard riep hij luidkeels: "Als deze man schuldig is, laat ik dan met één slag van mijn zwaard zijn hoofd mogen afhakken. Maar als hij onschuldig is, laat dan dit ijzeren zwaard terplekke in hout veranderen!"
De beul trok zijn zwaard en zie: iedereen zag het wonder met eigen ogen! Het zwaard was inderdaad van hout geworden! Allen aanwezigen - zelfs de koning en zijn ministers - stonden versteld vanwege het wonder en het bijzondere Godsvertrouwen van de man. De oude violist wiens hoofd net nog op het hakblok lag, werd vrijgelaten. En de violist die gedwongen voor beul moest spelen, werd door de koning opgenomen in zijn koninklijke Raad van Wijze Mannen. De man mocht elke dag raad geven aan alle ministers en vioolspelen voor de koning. Zulke wijze muzikanten waren zeer zeldzaam aan het hof.
En als de violist 's avonds thuiskwam, was hij vrolijker dan ooit. Dan at hij een feestmaaltijd met zijn gezin en dankte God voor het geluk van die dag. Het geluk zit vaak in een klein hoekje en het paradijs ligt meestal op een gewone keukentafel.
De koning en de arme violistDe koning reisde door vele steden en dorpen, klopte her en der aan en vroeg: "Bent u een gelukkig mens?" Maar elke keer opnieuw was het antwoord: "Ach, we zijn vreselijk arm. We hebben in dit land niks anders dan een stinkend rijke koning. Geluk? Dat moet hier nog uitgevonden worden! En als we het geluk ooit vinden, dan zal het bij ons niet oud worden." De koning trok teleurgesteld verder en probeerde het steeds opnieuw: bij boeren en buitenlui, bij burgemeesters en baronnen. Maar niemand voelde zich erg gelukkig. Overal waar hij keek zag de koning slechts sombere gezichten: van verdrietige kinderen tot ploeterende oude mensen.
De koning wilde zijn zoektocht al opgeven, toen hij na vele omzwervingen tenslotte in een klein dorp kwam. Daar zou het nog een laatste keer proberen. Hij liep naar het dorpsplein dat helemaal vol stond met allerlei marktkramen. Kooplui en ambachtslieden schreeuwden met rood aangelopen hoofden om hun koopwaren aan de man te brengen. Maar hoe de koning ook keek, hij zag nergens een enkel opgewekt gezicht. Zijn zoektocht was mislukt. Daarom besloot de koning maar huiswaarts te keren. Hij dacht bij zichzelf: "Geluk is blijkbaar voor niemand in mijn koninkrijk weggelegd. Dus ook niet voor mij!"
De koning was al buiten het dorp gekomen, toen hij ineens een klein, krakkemikkig huisje zag. Hij had er totaal geen aandacht aan gegeven, als er niet uit die hut een prachtige melodie had geklonken. Nieuwsgierig liep de koning naar het raam van het huisje en zag daar een man zitten die op een oude viool speelde. De man zag eruit als een arme sloeber, maar hij leek zowaar plezier te hebben. De koning kon zijn ogen niet geloven. Hij besloot om ook aan deze arme violist zijn vraag voor te leggen: "Bent u een gelukkig mens?" De violist antwoordde: "Ja, want ik heb alle geluk van de wereld!" Verbaasd vroeg de koning: "Leg me dat eens uit, want ik begrijp er niets van! Je hebt in dit huisje helemaal niets dat waarde heeft. Je bent kromgetrokken en versleten, net als je viool. Hoe kunt je dan toch gelukkig zijn?"
"Het is heel eenvoudig," zei de violist. "Elke ochtend voordat ik van huis vertrek, dan bid ik. "Heer der wereld, gezegend is uw naam. Dank U dat wij niet langer slaven in Egypte zijn en dat we vandaag als vrije, gelukkige mensen mogen leven. Wilt U vandaag aan mij en mijn gezin denken?" En als ik op straat mijn viool ga spelen, dan heb ik 's avonds precies genoeg geld verdiend als ik nodig heb. Genoeg om voor die dag eten te kopen voor mijn vrouw en kinderen. Zelfs genoeg voor een kruikje heerlijke wijn. Elke maaltijd is een groot feest. En 's avonds laat dank ik God voor het geluk van die dag. Dit is mijn geheim: je moet elke dag steeds als je beste dag zien. En de avond zal tonen hoe je dag geweest is."
De koning luisterde ongelovig naar dit verhaal en stikte van jaloezie. "Heb ik daar al die tijd naar lopen zoeken?!" Hij wilde gewoon niet geloven dat geluk zó eenvoudig kon zijn.
De koning dacht toen bij zichzelf: "Ik zal deze vrome violist eens op de proef stellen. We zullen eens zien of hij zich dan nog zo gelukkig voelt." De vorst ging terug naar zijn kasteel en bedacht een plan. De volgende morgen vaardigde hij een bevel uit voor het gehele land: Vanaf heden is het verboden om in het openbaar viool te spelen. Overtreders van deze wet komen in de gevangenis. De koning liet dit besluit op elk dorpsplein in het land aanplakken. De violist ging die morgen nietsvermoedend met zijn viool naar het plein. Daar zag hij tot zijn grote verbazing het aanplakbiljet met het verbod. "Wat moet ik nu doen?" vroeg hij zich af. De man besloot te bidden: "Heer der wereld, ik ben een arme violist. En nu mag ik niet langer de kost verdienen met spelen op straat. Maar ik heb nergens anders voor geleerd! Ach, wilt U ook deze dag tot een gelukkige maken? Denk aan mij en mijn gezin!"
Na dit gebed opende hij zijn ogen en zag toen waterdragers over het plein lopen. Hij besloot die dag zich bij hen aan te sluiten en water uit de bron te halen voor de rijke mensen die het niet zelf wilden dragen. En 's avonds na het waterdragen had hij net zoveel geld verdiend als anders. Genoeg om van te eten met zijn gezin en zelfs nog voor een kruikje wijn. En hij dankte de Heer, want zijn geluk kon niet op. Als God op een dag geen regen geeft aan het land, dan zorgt Hij de volgende morgen wel voor wat meer dauw.
De koning stuurde een knecht om te vragen naar de toestand van de arme violist. De knecht hoorde dat de man waterdrager was geworden en net zo vrolijk leefde als altijd. De koning stikte van nijd en bedacht wederom een plan. De volgende ochtend kwam hij met een nieuw bevel: Het is aan alle waterdragers verboden nog langer water te putten. Ieder moet voortaan zelf zijn water dragen. Overtreders van deze wet komen in de gevangenis.
Na zijn ochtendgebed ging de violist opgewekt als altijd naar het dorpsplein. Daar las hij tot zijn schrik het nieuwe bevel van de koning. "Dat is pech! Wat moet ik nu doen?" dacht de violist die nog maar net waterdrager was geworden. Hij besloot te bidden: "Heer der wereld, ik ben een arme sukkel en schlemiel. Maar wilt u ook deze dag tot een gelukkige dag maken, zodat ik mezelf niet als slaaf hoef te verkopen? Denk aan mij en mijn gezin!" Daarna deed de man zijn ogen open en zie: daar zag hij een groep houthakkers over het plein voorbij komen.
Al had hij niet eerder met dat bijltje gehakt, de violist sloot zich die dag bij de houthakkers aan. En na flink veel hout te hebben gekapt in het bos, had hij net zoveel geld verdiend als anders. Precies genoeg om van te eten met zijn gezin. Hij had zelfs nog geld over voor een kruikje wijn. En hij dankte God voor het geluk van die dag. Want weet wel: wie met weinig tevreden is, wordt door God niet vergeten.
De koning was nieuwsgierig geworden naar de lotgevallen van de oude violist. Hij stuurde een soldaat om naar het geluk van de man te vragen. Maar wat bleek: de violist die inmiddels houthakker was geworden voelde zich gelukkiger dan ooit. De koning bedacht daarom nog een plan. De volgende ochtend kwam hij niet met een nieuw verbod, maar beval dat alle houthakkers van zijn rijk in koninklijke dienst moesten treden. Zij mochten niet langer hout hakken, maar moesten als soldaten de landhuizen en kastelen van de koning gaan bewaken. Alle houthakkers werden kort daarna gedwongen om hun bijlen in te leveren. Ze kregen in plaats daarvan een zwaard. Ook de violist die houthakker was geworden kwam in dienst van de koning. Maar de vorst had bovendien bepaald dat alle nieuwe soldaten pas na een week werken hun loon zouden krijgen. Zij moesten in die eerste week zien te overleven met wat er overbleef in de koninklijke keukens. Maar daar bleef natuurlijk zo goed als niets over.
De violist bad opnieuw tot God: "Heer der wereld, wat nu? Vergeet ook op deze boze dag mij en mijn gezin niet!" En toen hij zijn ogen opende, zag hij het gloednieuwe, fonkelende zwaard aan zijn riem hangen. "Als ik dat nu eens verkoop," dacht hij bij zichzelf, "dan heb ik minstens een hele week te eten voor mijn vrouw en kinderen." De violist, die inmiddels soldaat geworden was, sneed eerst een zwaard van hout. Want als houthakker had hij het houtsnijden onder de knie gekregen. Hij stak het houten zwaard in de schede en verkocht zijn echte zwaard. Het geld dat hij kreeg, bleek precies genoeg voor die week. Net als altijd. En de koning hoorde opnieuw van het geluk van de arme violist. Toen bedacht de vorst een allerlaatste test voor hem: "Dat zal hem leren!"
Als soldaat werd de violist naar het kasteel van de koning geroepen. Die dag zou er een executie plaatsvinden van een gevangene van de koning. Het was een oude violist die het verbod van spelen op straat had overtreden. Hij zou worden onthoofd op het marktplein en de soldaat-violist moest zijn beul zijn. Als hij zou weigeren, zou hem hetzelfde lot wachten. De hele stad was uitgelopen voor dit spektakel. Toen de executie begon, bad de soldaat-violist: "Heer der wereld, vergeet mij ook nu niet. Red mij en deze oude violist!" En met zijn hand op het heft van zijn zwaard riep hij luidkeels: "Als deze man schuldig is, laat ik dan met één slag van mijn zwaard zijn hoofd mogen afhakken. Maar als hij onschuldig is, laat dan dit ijzeren zwaard terplekke in hout veranderen!"
De beul trok zijn zwaard en zie: iedereen zag het wonder met eigen ogen! Het zwaard was inderdaad van hout geworden! Allen aanwezigen - zelfs de koning en zijn ministers - stonden versteld vanwege het wonder en het bijzondere Godsvertrouwen van de man. De oude violist wiens hoofd net nog op het hakblok lag, werd vrijgelaten. En de violist die gedwongen voor beul moest spelen, werd door de koning opgenomen in zijn koninklijke Raad van Wijze Mannen. De man mocht elke dag raad geven aan alle ministers en vioolspelen voor de koning. Zulke wijze muzikanten waren zeer zeldzaam aan het hof.
En als de violist 's avonds thuiskwam, was hij vrolijker dan ooit. Dan at hij een feestmaaltijd met zijn gezin en dankte God voor het geluk van die dag. Het geluk zit vaak in een klein hoekje en het paradijs ligt meestal op een gewone keukentafel.
Pagina 1 van 1
Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum