De samoerai-krijger en de zenmeester
Pagina 1 van 1
De samoerai-krijger en de zenmeester
In Japan leefde eens een soldaat, een samoerai-krijger. Het was een boom van een kerel. Gewoonlijk liepen de mensen met een grote boog om hem heen, want het was een enorme driftkop. Je hoefde maar iets te zeggen wat hem niet beviel, of hij werd reusachtig kwaad. Als je op zijn schaduw trapte, trok hij meteen zijn zwaard en scheidde je romp van je hals.
Die samoerai-krijger zat op een dag in een wijnhuis aan de rand van een groot bos. Hij had al aardig wat wijnkruiken geleegd en was behoorlijk aangeschoten. In een hoekje van de gelagkamer zaten wat dorpelingen uit het nabijgelegen dorp.
De samoerai-krijger hoorde de dorpelingen eerbiedig praten over een oude zenmeester, die in een eenvoudig hutje in het bos woonde. De zenmeester stond de dorpelingen met daad en raad ter zijde. Hij hielp de mensen als ze ziek waren met behulp van geneeskrachtige kruiden en sprak wijze woorden wanneer iemand een probleem aan hem voorlegde.
"Flauwekul!" riep de samoerai ineens. "Weet je wat die man is? Dat is een oplichter! Die klopt jullie geld uit de zak! Zit lekker te niksen voor zijn hutje onder een bladerdakje! Jullie brengen hem kippetjes, en vruchten, en geld, en hij verkoopt jullie alleen maar kletspraatjes! Geloven jullie me niet? Ik zal het jullie bewijzen, breng me er maar heen!"
De dorpelingen durfden niet tegen te spreken en met zijn allen liepen ze het bos in. De samoerai voorop, een beetje waggelend van de vele wijn, en de dorpelingen onderdanig achter hem aan.
Na een tijdje kwamen ze op een open plek in het bos en daar zagen ze de oude man. De zenmeester zat inderdaad voor zijn hutje onder een afdakje van bladeren op de grond. De samoerai stelde zich dreigend en groot voor hem op, en schreeuwde: "Zo! Nou moet jij me eens vertellen of er nou echt een poort van de hel en een poort van de hemel bestaan!"
Het eerste moment leek de zenmeester in gedachten verzonken. Toen richtte hij zijn hoofd langzaam omhoog, keek de samoerai in de ogen en zei met zachte stem: "Hé... dus jij bent die beroemde, die beruchte samoerai-krijger?"
De zenmeester nam de samoerai van top tot teen op en begon te grinniken.
"Neem me niet kwalijk dat ik lach... maar jij ziet er eigenlijk helemaal niet uit als een samoerai-krijger! Jij ziet er meer uit als een... ja, als een clown! Met die dikke wijnbuik van je, die rooie neus en die uitpuilende ogen! Weet je wat ik denk? Ik denk, dat als de mensen voor je op de grond vallen, dat ze dat niet doen van angst... maar van het lachen!"
De samoerai werd witheet van woede. Razendsnel trok hij zijn zwaard en hief het op om toe te slaan. Op hetzelfde moment zei de zenmeester rustig: "Kijk...! Nu sta je vlak voor de Poort van de Hel!"
Verbouwereerd staarde de samoerai de zenmeester aan. Langzaam liet hij zijn zwaard zakken.
"En nu," sprak de Zenmeester, "sta je vlak voor de Poort van de Hemel."
Die samoerai-krijger zat op een dag in een wijnhuis aan de rand van een groot bos. Hij had al aardig wat wijnkruiken geleegd en was behoorlijk aangeschoten. In een hoekje van de gelagkamer zaten wat dorpelingen uit het nabijgelegen dorp.
De samoerai-krijger hoorde de dorpelingen eerbiedig praten over een oude zenmeester, die in een eenvoudig hutje in het bos woonde. De zenmeester stond de dorpelingen met daad en raad ter zijde. Hij hielp de mensen als ze ziek waren met behulp van geneeskrachtige kruiden en sprak wijze woorden wanneer iemand een probleem aan hem voorlegde.
"Flauwekul!" riep de samoerai ineens. "Weet je wat die man is? Dat is een oplichter! Die klopt jullie geld uit de zak! Zit lekker te niksen voor zijn hutje onder een bladerdakje! Jullie brengen hem kippetjes, en vruchten, en geld, en hij verkoopt jullie alleen maar kletspraatjes! Geloven jullie me niet? Ik zal het jullie bewijzen, breng me er maar heen!"
De dorpelingen durfden niet tegen te spreken en met zijn allen liepen ze het bos in. De samoerai voorop, een beetje waggelend van de vele wijn, en de dorpelingen onderdanig achter hem aan.
Na een tijdje kwamen ze op een open plek in het bos en daar zagen ze de oude man. De zenmeester zat inderdaad voor zijn hutje onder een afdakje van bladeren op de grond. De samoerai stelde zich dreigend en groot voor hem op, en schreeuwde: "Zo! Nou moet jij me eens vertellen of er nou echt een poort van de hel en een poort van de hemel bestaan!"
Het eerste moment leek de zenmeester in gedachten verzonken. Toen richtte hij zijn hoofd langzaam omhoog, keek de samoerai in de ogen en zei met zachte stem: "Hé... dus jij bent die beroemde, die beruchte samoerai-krijger?"
De zenmeester nam de samoerai van top tot teen op en begon te grinniken.
"Neem me niet kwalijk dat ik lach... maar jij ziet er eigenlijk helemaal niet uit als een samoerai-krijger! Jij ziet er meer uit als een... ja, als een clown! Met die dikke wijnbuik van je, die rooie neus en die uitpuilende ogen! Weet je wat ik denk? Ik denk, dat als de mensen voor je op de grond vallen, dat ze dat niet doen van angst... maar van het lachen!"
De samoerai werd witheet van woede. Razendsnel trok hij zijn zwaard en hief het op om toe te slaan. Op hetzelfde moment zei de zenmeester rustig: "Kijk...! Nu sta je vlak voor de Poort van de Hel!"
Verbouwereerd staarde de samoerai de zenmeester aan. Langzaam liet hij zijn zwaard zakken.
"En nu," sprak de Zenmeester, "sta je vlak voor de Poort van de Hemel."
Pagina 1 van 1
Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum